1. Introductie regionaal dashboard kansengelijkheid en onderwijssegregatie
De Gelijke Kansen Alliantie (GKA) stelt met een uniek dashboard gegevens beschikbaar aan beleidsmakers en andere onderwijsprofessionals. Hiermee kunnen zij op basis van een aantal indicatoren gericht kijken naar onderliggende vraagstukken op het gebied van kansengelijkheid. Cijfers vertellen niet het hele verhaal, maar ze helpen om patronen zichtbaar te maken, vragen te stellen en de juiste context te schetsen.
Je hoeft niet alles stap voor stap te doorlopen. Kies gerust het thema dat voor jou het meest relevant is. De modules kun je in willekeurige volgorde bekijken, afhankelijk van je interesse. Aan het einde van elk onderdeel vind je toetsvragen om je kennis verder te verdiepen.
2. Landelijke kansengelijkheid
In deze video krijgt u een rondleiding door de pagina Landelijke kansengelijkheid. We laten zien hoe de pagina werkt, welke functies en filters beschikbaar zijn en welke onderwerpen en gegevens u kunt inzien.
Op de homepage staan drie dashboards: dashboard landelijke kansengelijkheid, dashboard regionale kansengelijkheid en dashboard onderwijssegregatie. Het landelijke dashboard toont hoe de kansengelijkheid zich op nationaal niveau ontwikkelt. Om naar dit dashboard te gaan, klik je op de groene knop met de tekst landelijke kansengelijkheid.
In dit dashboard behandelt elk tabblad een ander onderwerp. Elk onderwerp wordt telkens afgezet tegen de ouderopleiding mbo 1 of wo.
De onderwerpen waarop je kunt filteren bestaan uit: VO adviezen, dit omvat het percentage leerlingen met advies 'havo/vwo' of inzicht in heroverwegingen en bijstellingen.
De af en opstroom VO, dit geeft inzicht in de mate waarin VO leerlingen op en afstromen. Stapelen VO, dit geeft inzicht in de mate waarin leerlingen met een VO diploma nog een vervolgdiploma behalen. VO naar vervolgonderwijs, dit geeft inzicht in de schoolloopbaan van leerlingen na het behalen van een VO diploma, met een weergave van één jaar, vijf jaar en tien jaar. Maak hier keuzes of er direct aansluitende routes worden getoond en selecteer hier ook de soort schoolloopbaan.
En als laatste: stapelen vervolgonderwijs, dit geeft inzicht in het behalen van een tweede diploma door studenten met een mbo of hbo achtergrond. Maak hier een keuze uit stapelen binnen het mbo of daarbuiten.
Bij het tabblad VO adviezen zie je het percentage leerlingen met advies 'havo/vwo' afgezet tegen ouderopleiding, mbo 1 of wo. Klik op meer lezen om de tekst boven de figuur uit te vouwen en selecteer het onderwerp waar je meer over wilt weten. Als je met de muis over de figuur beweegt, krijg je meer informatie te zien over de geselecteerde indicator.
Verder kun je rechtsboven de toelichting aanklikken voor meer uitleg over de indicatoren op het gekozen tabblad. En via de knop download tabel kun je de achterliggende data downloaden. Hier staan ook de overige typen ouderopleiding in.
Test je kennis
3. Regionale kansengelijkheid - introductie en uitleg SES
In deze video gaan we dieper in op de tab SES – Sociaal Economische Status, waar u uitgebreide informatie vindt over de sociaal-economische positie van verschillende gebieden en hoe deze samenhangt met kansengelijkheid.
Om de kansengelijkheid in uw gemeente te kunnen monitoren, maakt u gebruik van het tweede dashboard regionale kansengelijkheid. Klik op de groene knop om naar het dashboard te gaan.
In het regionaal dashboard staan verschillende filters rondom kansengelijkheid. Selecteer links in het menu de gewenste filter, zoals de sector PO (dat is het basisonderwijs, exclusief speciaal onderwijs), VO (exclusief praktijkonderwijs) en het mbo. Selecteer een gemeente door op de kaart te klikken of kies er een in het dropdownmenu.
In het dashboard wordt ook de SES WOA-score als filter toegepast. Deze score is gebaseerd op welvaart, opleiding en arbeid.
De WOA wordt door het CBS ontwikkeld en berekend, en is beschikbaar op gemeente- en wijkniveau, dus gebaseerd op waar de leerlingen wonen.
Het CBS brengt gegevens per huishouden over welvaart, opleidingsniveau en arbeidsmarktdeelname in onderlinge samenhang op wijk- en buurtniveau in kaart.
De SES WOA-totaalscore van het CBS wordt berekend aan de hand van drie deelscores.
Beginnend bij het welvaartspercentiel: de financiële welvaart omvat informatie over zowel het besteedbaar inkomen als het vermogen van huishoudens. De gemiddelde score voor heel Nederland is elk jaar per definitie 50,5.
Als tweede: het percentage maximaal mbo 1 opgeleid. Dit omvat het percentage huishoudens waar het hoogst behaalde opleidingsniveau maximaal mbo 1 is. Dit is voor heel Nederland gemiddeld rond de 23 procent.
En als derde: het percentage niet werkzaam. Dit omvat het percentage huishoudens waar de hoofdkostwinner in de afgelopen vier kalenderjaren geen enkele maand ten minste één uur per week werkzaam was. Dit is voor heel Nederland gemiddeld rond de 6 procent.
Het dashboard begint standaard met de gegevens over het percentage leerlingen dat een havo/vwo-advies krijgt in het PO.
Voor meer informatie over de SES klik op de link
Test je kennis
De SES WOA totaal score van het CBS wordt berekend aan de hand van diverse variabelen. Welke kenmerken worden meegenomen in de berekening van de SES-WOA score?
4. Regionale kansengelijkheid - uitleg indicatoren
In deze video krijgt u een rondleiding door de pagina Regionale kansengelijkheid. We laten zien hoe u de verschillende functies en filters kunt gebruiken om inzichten op regionaal niveau te krijgen.
In het dashboard Regionale Kansengelijkheid worden verschillende indicatoren gebruikt om inzicht te geven in de onderwijskansen van jongeren, vanaf het primair onderwijs tot en met het mbo. Deze indicatoren helpen bij het signaleren van verschillen in doorstroom, advies en vervolgkeuzes.
We beginnen bij het primair onderwijs. De eerste indicator is het percentage leerlingen met een havo/vwo-advies. Dit gaat over het aandeel leerlingen dat als eindadvies havo, havo-vwo of vwo krijgt. Er wordt specifiek naar deze groep gekeken, omdat dit landelijk ongeveer de helft van de leerlingen betreft.
De tweede indicator is het percentage leerlingen met een definitief advies lager dan het toetsadvies. Dit betreft het percentage leerlingen dat een lager definitief schooladvies heeft gekregen dan het advies op basis van de centrale eindtoets, afgezet tegen het totaal aantal leerlingen met een definitief advies.
De derde indicator is het percentage leerlingen met een definitief advies hoger dan het toetsadvies. Hierbij gaat het juist om leerlingen die een hoger schooladvies krijgen dan hun toetsadvies zou doen vermoeden.
De vierde indicator is het percentage leerlingen met een bijgesteld advies. Dit is het aandeel leerlingen bij wie het schooladvies na de centrale eindtoets naar boven is bijgesteld. De verhouding wordt bepaald op basis van het totaal aantal leerlingen met zowel een schooladvies als een toetsadvies.
De vijfde indicator is het percentage afstroom ten opzichte van het advies. Dat laat zien hoeveel leerlingen in leerjaar drie juist op een lager niveau uitkomen dan het oorspronkelijke basisschooladvies. Denk aan een leerling met een vmbo-k-advies die uiteindelijk vmbo-b volgt.
En tot slot de indicator percentage opstroom ten opzichte van het advies. Dit geeft aan hoeveel leerlingen in het derde leerjaar van het voortgezet onderwijs op een hoger niveau zitten dan het advies dat ze aan het einde van de basisschool hebben gekregen, bijvoorbeeld een leerling met een vmbo-gt-advies die in leerjaar drie havo volgt.
Na het primair onderwijs verschuift de focus naar het voortgezet onderwijs, waar de leerloopbanen zich verder ontwikkelen.
Beginnend bij het percentage opstroom. Dit betreft het aandeel leerlingen dat, zonder eerst een diploma te behalen, is doorgestroomd naar een hoger schooltype.
De tweede indicator is het percentage afstroom. Hierbij gaat het om leerlingen die, zonder diploma, naar een lager schooltype zijn doorgestroomd. Leerlingen die naar het praktijkonderwijs of speciaal onderwijs gaan, worden hierin niet meegenomen.
De derde indicator is het percentage zittenblijvers. Dit omvat leerlingen die een leerjaar overdoen in hetzelfde of een lager schooltype. Ook leerlingen die gezakt zijn voor hun eindexamen worden hierin meegeteld.
De vierde indicator is het percentage stapelaars. Dit is het aandeel leerlingen dat, direct na het behalen van een diploma, is doorgestroomd naar een hoger niveau binnen het voortgezet onderwijs. Denk aan een leerling die na het behalen van het vmbo-tl-diploma doorstroomt naar de havo.
De vijfde indicator is het percentage doorstroom naar vervolgonderwijs. Deze indicator laat zien hoeveel leerlingen, na het behalen van hun vo-diploma, direct zijn doorgestroomd naar het mbo, hbo of wo.
Na het voortgezet onderwijs volgen veel jongeren hun opleiding in het middelbaar beroepsonderwijs, het mbo. Ook daar wordt de doorstroom gemonitord aan de hand van drie indicatoren.
Beginnend bij het percentage stapelen van mbo 2 naar mbo 3. Dit betreft het percentage studenten dat direct na het behalen van een diploma op mbo-niveau 2 doorstroomt naar niveau 3.
De tweede indicator is het percentage stapelen van mbo 3 naar mbo 4. Hierbij gaat het om studenten die na het behalen van een diploma op niveau 3 meteen doorgaan naar mbo-niveau 4.
En als derde het percentage doorstroom van mbo 4 naar hbo. Dit laat zien welk deel van de gediplomeerden op mbo-niveau 4 direct doorstroomt naar het hoger beroepsonderwijs.
Lees tot slot de toelichting voor meer uitleg over de indicatoren en download de achterliggende data van de figuur via de downloadknop.
Test je kennis
5. Regionale kansengelijkheid - uitleg tabblad kaart
In deze video krijgt u een toelichting op het tabblad Kaart binnen de pagina Regionale kansengelijkheid. We laten zien hoe u de kaart kunt gebruiken om regionale verschillen in kansengelijkheid visueel te verkennen.
Bij het onderdeel Kaart wordt de kansengelijkheid per gemeente en de bijbehorende wijken visueel in beeld gebracht. Standaard opent de kaart op het niveau van heel Nederland. Hierdoor is in één oogopslag te zien hoe het staat met bijvoorbeeld onderadvisering, of het percentage leerlingen dat een havo/vwo-advies heeft gekregen, en dat per gemeente.
Navigeren door de kaart is eenvoudig. Beweeg met de muis over een gemeente om meer informatie te zien. Je krijgt dan gegevens over de gekozen indicator, zoals het aantal leerlingen met een bepaald eindadvies, aangevuld met sociaaleconomische kenmerken, de SES. Klik je op een gemeente, bijvoorbeeld Alkmaar, dan zoomt de kaart automatisch in op de wijken binnen die gemeente. Ook daar kun je weer met de muis over de kaart bewegen om dezelfde soort informatie te bekijken, nu op wijkniveau. Vink je daarnaast de optie Basisscholen weergeven aan, dan verschijnen de scholen als extra laag op de kaart.
Wil je terug naar het overzicht van Nederland, dan kun je boven de kaart in het kruimelpad op Nederland klikken. Wat je in de kaart selecteert, heeft ook invloed op de figuur aan de rechterkant van het scherm. Deze grafiek toont de ontwikkeling van de gekozen indicator over de afgelopen jaren, afgestemd op het niveau dat je in de kaart hebt geselecteerd. Klik je bijvoorbeeld door naar een gemeente of wijk, dan zie je in de grafiek de cijfers van het landelijke gemiddelde, de provincie en de betreffende gemeente. Zo krijg je context en vergelijkingsmateriaal bij wat je op de kaart ziet.
Naast de kaart kun je zelf het onderwerp kiezen dat je wilt bekijken, bijvoorbeeld een type onderwijs, of juist alleen de sociaaleconomische kenmerken. Vervolgens kies je in het keuzemenu daaronder de bijbehorende indicator. De kaart en grafiek passen zich direct aan op basis van jouw selectie.
Bij het interpreteren van de kaart is het belangrijk om verder te kijken dan alleen de kleur. Een donkere kleur betekent een hogere waarde voor de gekozen indicator, maar kijk ook goed naar het aantal leerlingen waarop deze waarde is gebaseerd. In wijken waar minder dan tien leerlingen wonen, wordt vanwege privacyregels geen informatie getoond. Deze wijken kleuren dan grijs.
Wil je weten of bijvoorbeeld het onderadvies in jouw regio afwijkt van het gemiddelde? Bekijk dan de grafiek met de ontwikkeling rechts naast de kaart. Die biedt een waardevolle verdieping bij de cijfers die je in de kaart ziet.
Test je kennis
6. Regionale kansengelijkheid - uitleg tabblad vergelijken
In deze video krijgt u een toelichting op het tabblad Vergelijken binnen de pagina Regionale kansengelijkheid. We laten zien hoe u verschillende regio’s naast elkaar kunt zetten om verschillen en overeenkomsten in kansengelijkheid inzichtelijk te maken.
Bij het onderdeel Vergelijken krijg je in één oogopslag inzicht in de stand van zaken van de gekozen indicator. Je ziet de score van de geselecteerde gemeente, de bijbehorende provincie en het landelijk gemiddelde duidelijk naast elkaar. Dit maakt het eenvoudig om de positie van jouw regio te vergelijken met de rest van het land.
De instellingen die je op het tabblad Kaart hebt gekozen, worden automatisch meegenomen naar dit tabblad. Natuurlijk kun je ook hier weer andere selecties maken. Beweeg met je muis over de datapunten in de grafiek voor meer informatie, zoals de naam van de regio, het exacte cijfer en het aantal leerlingen dat erbij hoort. Wil je de wijken binnen een gemeente zien, klik dan op het schuifje Wijken weergeven. Iedere punt in de grafiek betreft dan een wijk, en ook hier is met een muisbeweging meer detailinformatie zichtbaar.
Als je de data liever in een overzichtelijke tabel wilt bekijken, klik je op de knop Toon tabel. De kleuren in de tabel geven aan in hoeverre de cijfers afwijken van het landelijke gemiddelde. Onderaan het scherm vind je de optie Selecteren, waarmee je bijvoorbeeld kunt kiezen om alleen de gegevens van de gemeente te bekijken.
Dit tabblad geeft je dus in één oogopslag inzicht in hoe de provincie en de bijbehorende gemeenten scoren op de gekozen indicator, en hoe dit zich verhoudt tot het landelijke beeld. Het landelijke cijfer staat steeds centraal in de grafiek, terwijl de andere datapunten daaromheen zijn geplot, zodat je goed kunt zien hoe jouw regio scoort. Ook kun je hier eenvoudig doorklikken om te zien hoe de geselecteerde gemeente presteert op alle indicatoren binnen de gekozen sector. Staat bijvoorbeeld het primair onderwijs centraal, dan zie je vooral indicatoren rondom het adviesmoment.
Wil je de grafiek opslaan, klik dan rechtsboven op het camera-icoon om de afbeelding te downloaden.
Test je kennis
7. Regionale kansengelijkheid - uitleg tabblad relatie
In deze video krijgt u een toelichting op het tabblad Relatie binnen de pagina Regionale kansengelijkheid. We laten zien hoe u verbanden kunt ontdekken tussen verschillende indicatoren en regionale kenmerken.
Bij het onderdeel Relaties onderzoek je de samenhang tussen sociaaleconomische status en onderwijsuitkomsten.
In de figuur zie je een spreidingsdiagram met een lijn die het verband tussen twee indicatoren weergeeft. Bijvoorbeeld: een dalende lijn tussen het welvaartspercentiel en onderadvisering laat zien dat hoe hoger de welvaart in een provincie is, hoe groter het percentage leerlingen is met een havo/vwo-advies. Dit helpt om patronen en ongelijkheden in beeld te brengen op basis van de SES-kenmerken.
Afhankelijk van het gekozen niveau — provincie, gemeente, wijk of school — kun je verschillende indicatoren combineren. Bij de regio’s (provincie, gemeente of wijk) kan een indicator uit de SES-WOA worden gekozen. Bij scholen kies je uit de indicatoren achterstandsscore of schoolweging. Daarmee kun je gericht onderzoeken welke achterliggende sociaaleconomische factoren invloed hebben op onderwijsresultaten.
Navigeren in de figuur is eenvoudig. Beweeg met je muis over een bolletje om direct meer informatie te krijgen. Je ziet dan de naam van de regio of school, het aantal leerlingen of huishoudens, het percentage havo/vwo-adviezen en de gekozen SES-indicator. De instellingen die je eerder op het tabblad Kaart hebt gekozen, worden automatisch overgenomen. Natuurlijk kun je ook hier weer zelf selecties maken.
Kies op de verticale as de onderwijsindicator die je wilt analyseren, en op de horizontale as de gewenste SES-indicator. Bij de selectie Provincies zie je alle twaalf provincies van Nederland in beeld. Kies je Gemeenten, dan verschijnen alle gemeenten binnen de geselecteerde provincie. Bij de optie Wijken worden alle wijken getoond binnen de gekozen gemeente. Selecteer je Scholen, dan zie je alle scholen binnen die gemeente.
Aan de rechterkant kun je eventueel een specifieke wijk aanklikken om deze tijdelijk te deselecteren. Scholen uit dezelfde wijk zijn in de grafiek herkenbaar aan dezelfde kleur. Zo zie je niet alleen het verband op regionaal niveau, maar kun je ook binnen gemeenten of wijken scherp inzoomen op verschillen tussen scholen.
Wat betreft de interpretatie van deze figuur zijn de meest relevante indicatoren bij scholen de schoolweging en de achterstandsscore. Beide zijn gebaseerd op kenmerken van de leerlingpopulatie, zoals het opleidingsniveau van vader en moeder, het gemiddeld opleidingsniveau van moeders op de school, land van herkomst, verblijfsduur in Nederland en schuldsanering. Deze gegevens helpen om verschillen in schoolpopulaties eerlijk te vergelijken en de resultaten in perspectief te plaatsen.
De schoolweging is ontwikkeld in opdracht van de Inspectie van het Onderwijs, om in het leerresultatenmodel van scholen rekening te kunnen houden met verschillen in de leerlingpopulatie. Hoe lager de schoolweging, hoe minder complex de leerlingenpopulatie en hoe hoger de resultaten die we van de school mogen verwachten.
De achterstandsscore drukt de verwachte onderwijsachterstand op scholen uit, op basis waarvan OCW het onderwijsachterstandenbudget over scholen verdeelt. Hoe hoger de score voor de school, hoe groter het risico op onderwijsachterstanden bij de leerlingen is.
Tot slot: wil je de grafiek opslaan of delen? Klik dan rechtsboven op het camera-icoon om de figuur eenvoudig te downloaden.
Test je kennis
8. Onderwijssegregatie
In deze video krijgt u een rondleiding door de pagina Onderwijssegregatie. We laten zien hoe u de verschillende functies en filters kunt gebruiken om segregatie binnen het onderwijs in kaart te brengen.
Op de pagina Segregatie wordt de mate van onderwijssegregatie in beeld gebracht. Bij de kaartweergave is de segregatie per Nederlandse gemeente te bekijken. Beweeg met de muis over een gemeente voor meer informatie. Je ziet dan de naam van de gemeente en de waarde van de gekozen segregatie-indicator.
Je kunt kiezen uit twee indicatoren: dissimilariteit en interactie. Dissimilariteit geeft aan in hoeverre de bevolkingssamenstelling van scholen afwijkt van die van de gemeente als geheel. Hoe hoger de dissimilariteit, hoe groter de ongelijkheid tussen de populaties van scholen – met andere woorden: hoe sterker de segregatie. De interactie geeft aan hoe vaak leerlingen uit verschillende groepen elkaar op school tegenkomen. Hoe hoger deze waarde, hoe lager de mate van segregatie. Vervolgens kies je een achtergrondkenmerk, zoals inkomen, opleiding of herkomst. Daarna kies je een onderwijssector en het jaar van interesse.
Let op: bij het voortgezet onderwijs zullen veel gemeenten grijs gekleurd zijn. Dit komt doordat er voor een betrouwbare vergelijking minimaal twee scholen in een gemeente moeten liggen.
Wil je meer weten over de gebruikte begrippen of indicatoren? Lees dan de toelichting via de knop in het menu.
In het tabblad Ontwikkeling zie je hoe segregatie zich over de afgelopen jaren heeft ontwikkeld binnen een specifieke gemeente. Je begint door een segregatie-indicator te selecteren. De grafiek laat vervolgens per onderwijssector, basisonderwijs en voortgezet onderwijs, de ontwikkeling zien, uitgesplitst naar de drie achtergrondkenmerken: inkomen, opleiding en herkomst. Met het dropdownmenu kies je de gemeente waarvan je de ontwikkeling wilt bekijken. Beweeg met de muis over de grafieklijnen voor meer details.
Wil je deze informatie bewaren? Download dan de onderliggende data, of klik rechtsboven op het camera-icoon om de figuur als afbeelding op te slaan.
In het tabblad Vergelijken kun je de gekozen gemeente vergelijken met andere gemeenten met een vergelijkbare stedelijkheid. Ook hier selecteer je eerst een indicator voor segregatie. Vervolgens zie je per onderwijssector de ontwikkeling op basis van de drie achtergrondkenmerken. Via het dropdownmenu kies je eenvoudig de gewenste gemeente. Met een muisbeweging over de grafiek krijg je aanvullende informatie te zien.
Bijvoorbeeld: als je voor de gemeente Achtkarspelen kijkt naar het voortgezet onderwijs en het kenmerk herkomst, zie je dat slechts 27 procent van de vergelijkbare gemeenten een hogere dissimilariteit laat zien. Achtkarspelen scoort hier dus relatief laag op segregatie. Net als op de andere tabbladen kun je ook hier de data downloaden of de figuur opslaan via het camera-icoon rechtsboven.
Test je kennis
